Onlangs schreef Sebastiaan van der
Lubben op Ouders Online (1) een boeiend artikel over de Nederlandse
opvoeding, Polderkinderen genaamd. Hij begon met een beschouwing
over het boek van Amy Chua: Strijdlied van de Tijgermoeder (Battle Hymn of the
Tiger Mother). Voor wie (over) het boek nog niet gelezen heeft: deze
moeder (van Chinese komaf, leeft in de Verenigde Staten en geeft les aan Yale
University) bepleit een Aziatische manier van opvoeden, waarbij van het kind
het uiterste gevraagd wordt: altijd de beste zijn van de klas, nooit spelen,
altijd studeren en minimaal een klassiek instrument bespelen (op
concertniveau). Van der Lubben constateert dat de Aziatische opvoedmethode de
beste rekenaars en lezers voortbrengt en de oosterse landen opstuwt in de vaart
der volkeren. Toch wordt deze opvoedmethode door Nederlandse pedagogen
afgewezen. Nederlandse ouders blijven steeds in overleg met hun kind,
onderhouden een goede relatie en stimuleren het in zijn of haar ambities. Het
beste wat ouders kunnen doen, is de intrinsieke motivatie van hun kinderen te
stimuleren. Niet onder dwang, want dat leidt wellicht tot uitzonderlijke
prestaties, maar ook tot een “wonderlijke persoonlijkheid en een zeer
verstoorde relatie met hun ouders en dat is niet echt `normaal’.”
Het is heerlijk om door deskundigen
bevestigd te krijgen dat de Nederlandse ouders het beste opvoeden. Een fijne
conclusie, die toch nog heel wat vragen onbeantwoord laat. Want waaróm zijn
Aziatische ouders zulke `tijgers’ en wat kunnen Westerse ouders daarvan
leren? Waarom leidde het boek over de tijgermoeder in het Westen tot zulke
heftige discussies? Deze vragen kun je alleen beantwoorden vanuit een
sociologisch gezichtspunt, namelijk door de opvoeding in een Aziatische context
en in een Nederlandse context te zien.
Eerst de Aziatische context. In De
Volkskrant (18-2-2012) stond onlangs een artikel over China dat mijn vermoedens
bevestigde: in China heerst veel onzekerheid onder de middenklasse. De onderklasse
is straatarm en zonder perspectief, en de middenklasse is vrijwel even slecht
af. In die samenleving is alleen voor de allerbesten een leefbare plek te
veroveren, die krijg je beslist niet cadeau. Daar zul je heel hard voor moeten
knokken, want er is enorm veel concurrentie, en maar weinig goede plaatsen. Zo
is in China slechts 0,89 procent (!) van de bevolking hoger opgeleid. Daar past
geen zachtaardige opvoedstijl bij, al valt het te betwijfelen of werkelijk alle
Chinese kinderen volgens de tijgermethode worden opgevoed, de meeste Chinese
ouders zullen er de kennis noch de middelen voor hebben om hun kind op pianoles
te sturen of naar dure scholen. De Chinese cultuur zelf blijft natuurlijk wel
een rol spelen. Daarin is het individu minder belangrijk dan de gemeenschap, en
zijn kinderen aan hun ouders verplicht in plaats van –zoals hier- ouders aan
hun kinderen.
Maar wat de Aziatische ouders willen, is
een heel essentiële wens: namelijk een toekomst voor hun kind. En die
toekomst (anders dan in volstrekte armoe en kansloosheid) is alleen –en dan nog
misschien- te krijgen door heel hard te werken en absoluut de beste te zijn.
Want inderdaad brengen Aziatische landen de beste rekenaars en lezers voort.
Maar hoeveel van die kinderen krijgen later een toekomst met enige welvaart? I
rest my case.
Waarom de Tijgermoeder
ongelijk heeft
Dan de Nederlandse context. Nederland
heeft misschien niet de beste uitblinkers, maar scoort over de hele linie zowel
in onderwijsniveau (33% procent van de bevolking is hoogopgeleid) als in
welvaart onvergelijkbaar veel hoger dan China. Wereldwijd staan we volgens de
Human Development Index, een evaluatie van de Verenigde Naties waarin armoede,
analfabetisme, onderwijs en levensverwachting verwerkt is, op de 11e plaats,
tegenover China op de 85e plaats, achter Armenië en Suriname.
Daarnaast zijn hebben de jarenlange ontwikkelingen van democratisering,
individualisering en emancipatie hun werk gedaan. In onze samenleving zijn
kinderen het meest gebaat bij een overlegopvoeding, waarin ouders zowel sturen
als luisteren. Ze stimuleren de zelfsturing, de innerlijke motivatie van de
kinderen, omdat volwassenen die varen op een innerlijk kompas de beste kaarten
hebben (2). Een echte tijgeropvoeding zou hier niet het gewenste resultaat
hebben, de dwang komt daarbij van buitenaf. Niet voor niets kwamen de westerse
kinderen van Chua in opstand. Nederlandse ouders weten dit, en hanteren daarom
de door Van der Lubben beschreven opvoedstijl. Ze doen het goed. In deze
samenleving.
Waarom de Tijgermoeder
gelijk heeft
Waarom leidde het boek van Chua in het
Westen tot zulke discussies en wat kunnen we van haar leren? Het is duidelijk
dat de tijgeropvoeding botst met onze fundamentele opvoedingswaarden en ook
niet voorbereidt op een optimaal functioneren in de westerse samenleving. Toch
heerst ook hier onzekerheid over onze opvoeding. Niet alleen vanuit de vraag of
onze liefdevolle en geluksgerichte opvoedingsmethode zulke gelukkige en
succesvolle kinderen heeft voortgebracht. De jonge volwassenen, zelf opgegroeid
in de tijd van vanzelfsprekende welvaart en geluk, merken namelijk hoe zwaar de
last op hen drukt van het altijd maar gelukkig moeten zijn. Maar ook met het
oog op de toekomst van onze maatschappij. Kon de vorige generatie opvoeders nog
leunen op zekerheden (een vaste aanstelling, overwaarde op je huis,
pensioenopbouw), voor de komende generatie is dat veel minder het geval. De
samenleving is onzekerder geworden, en daarmee competitiever. In de onzekerheid
over het behoud van je baan bij de zoveelste reorganisatie of bedrijfsovername,
in de concurrentie om opdrachten voor de talloze ZZP-ers, in de dans om de
vervulling van vacatures met meer dan honderd sollicitanten, worden prestaties
belangrijker, óók al omdat tegenwoordig 40% van de schoolverlaters (3) hoger
opgeleid is, zodat je met een hbo- of universitair diploma geen uitzondering
meer bent.
Dit zijn ontwikkelingen die verklaren
waarom de tijgermoeder niet geheel en al wordt afgewezen. Net als in de
Verenigde Staten (Amy Chua geeft les aan Yale University), waar competitie en
arbeidsonzekerheid al veel langer een belangrijke rol spelen. Een beetje
ambitie voor je kinderen is in deze tijd best een goed idee, en de tijgermoeder
inspireert daartoe, zonder dat Nederlandse ouders geheel en al zullen overgaan
tot haar methoden. We worden geen tijgermoeders/vaders, dat zou hier niet
passen. Maar zelfontplooiing alléén is niet langer het belangrijkste
opvoedingsdoel. Ouders van nu zijn bewust bezig met de toekomst van hun kind.
Net als ouders vroeger, en net als ouders in Azië, steeds op de manier die bij
hun tijd en samenleving past.
Noten:
(1) www.ouders-online.nl van 05-02-2012
(2) Zie ook C. Brinkgreve (2004): Vroeg Mondig, Laat Volwassen.