Lieve allemaal

1)
Waarom schreef ik dit boek, wat zijn de
achtergronden ervan?
2)
Hoe verliep de boekpresentatie?
3)
hoe werd het boek ontvangen?
4)
en hoe zou ik willen dat het verder ging?
1.Dit boek heeft zijn wortels in mijn eigen pestverleden. Ik
ben gepest vanaf de kleuterschool tot en met 5vwo. Natuurlijk niet de hele
tijd, en uiteraard heb ik niet alleen máár pestherinneringen. Maar wel veel en
het heeft me in belangrijke mate gevormd.
Pesten slaat diepe wonden en laat pijnlijke littekens achter,
zéker als het langdurig en structureel pesten is (geweest). Op zich vond ik dat
ik er ook goede dingen aan over heb gehouden. Ik ben (en was misschien altijd
al) een onafhankelijk denker. Juist omdat ik niet zoveel te verliezen had – wat
ik ook deed, ik hoorde er toch niet bij- kon ik doen wat ik zelf belangrijk
vond. Vooraan zitten bij colleges en vragen stellen, bijvoorbeeld. Het heeft me
veel gebracht: professoren die me zagen staan, ontmoetingen met interessante
kopstukken. Het heeft me ook veel gekost, waar ik ook hulp voor gezocht heb bij
pestexpert Theo Klungers. Die gesprekken hebben me enorm geholpen, en later
bleek dat ik vanuit mijn sociologische en pedagogische achtergrond ook veel aan
zijn werk kon bijdragen.
Als moeder werd ik opnieuw geconfronteerd met pesten, nu bij
mijn dochter. Ik merkte hoe weinig er veranderd was in al die jaren, terwijl er
inmiddels toch wel minstens twintig jaar kennis uit onderzoek en publicaties moest
zijn. Deze kennis viel in de praktijk dus bar tegen, maar ook in boeken over
pesten miste ik ook de realiteit: waar je als gepeste of als ouder tegenaan
loopt: ontkenning, beschuldiging, scholen die niet thuis geven, leerkrachten
die vinden dat je kind niet weerbaar genoeg is, andere ouders die vinden dat
pesten nu eenmaal bij de jeugd hoort want “kinderen zijn nu eenmaal wreed.”
Toen de
staatssecretaris van onderwijs, Sander Dekker, en kinderombudsman Marc Dullaert
hun plannen voor een anti-pestbeleid voorbereidden, heb ik daarom samen met
Theo Klungers een document opgesteld, waarin wij een overzicht gaven van
elementen die in het beleid niet mochten ontbreken. De rol van de leerkracht en
de school bijvoorbeeld. Vervolgens sprak ik op een conferentie over mijn eigen
pestverleden en na afloop kwam een dame van de uitgeverij naar me toe. Ze
vertelde dat ze een boek wilden gaan uitgeven over pesten, en dat ze graag
wilden dat ik dat zou schrijven. Dat kwam goed uit, omdat ik dat eigenlijk toch
al van plan was.
In dit boek ben ik gaan graven naar de wortels van pesten:
waar komt het vandaan, welke verklaringen zijn er. Zowel op individueel niveau
(welke kinderen worden eerder gepest en waarom, welke kinderen pesten en
waarom), als op groepsniveau, schoolniveau en in de samenleving zocht ik naar
verklaringen én oplossingen voor pesten. Ervaringen in de praktijk, van mezelf
en vele andere bijdragen, worden in verband gebracht met theorieën uit de
psychologie, sociologie en biologie. Voor iedereen die met kinderen te maken
heeft, voor ouders van gepeste kinderen, voor omstanders, voor mensen die zelf
gepest worden of werden, voor schoolleiders en leidinggevenden in bedrijven en
instellingen, voor beleidsmakers. Kortom, een boek voor iedereen. Want pesten
is geen op zichzelf staand verschijnsel, maar houdt verband met processen van
samenleven, van in- en uitsluiting op kleine en grote schaal.
Wat ik
met dit boek wil is zoveel mogelijk mensen bereiken. Enerzijds
de gepesten en hun ouders een hart onder de riem steken: je bent niet de enige
en de schuld van pesten ligt voor het belangrijkste deel niet bij het
slachtoffer (maar ook niet per sé bij de dader en diens ouders, trouwens - de oorzaak ligt in de structuur en dynamiek van de groep). Maar anderzijds ook aandacht vragen voor het onderwerp pesten bij iedereen die met groepen mensen (al dan niet kinderen) te maken heeft. We
leven in een ingewikkelde wereld en samenleven is soms lastig. Daarbij maken
sommige contexten extra kwetsbaar voor pesten en dan is het belangrijk dat betrokkenen
zoals leraren in het onderwijs, mensen die in instellingen werken of
leidinggevenden op de werkvloer, kennis hebben van groepsprocessen en pesten. Nogmaals
niet om hen de schuld in de schoenen te schuiven (hoewel ik het wel belangrijk vind dat dit aspect besproken wordt), maar om meer kennis en
vooral handvatten te geven.
Met dit boek wil ik ook misstanden en misverstanden over pesten aanpakken. De belangrijkste zijn dat pesten ligt aan het gedrag van het slachtoffer en dat pesten nu eenmaal bij kinderen hoort of noodzakelijk is voor het opgroeien. Dat klopt niet: pesten is een uiting van spanning en onzekerheid in groepen, ligt dus niet aan het slachtoffer maar aan de groep. Veel gedrag van het slachtoffer is juist het gevolg van pesten (en ja, dan lokt het verder pesten uit). Pesten is een uiting van een verziekte sfeer en niemand wordt er beter van: niet het slachtoffer, niet de daders en ook niet de meelopers.
Vaak wordt gezegd: `pesten is een menselijke behoefte' of 'het is een dierlijke behoefte, dieren stellen immers ook de pikorde in de groep vast'. Daarbij wordt vergeten dat dieren ook grenzen stellen aan pesten, en dat extreem pesten ook bij dieren wijst op extreme spanningen in de groep (bijvoorbeeld in een dierentuin, bepaald geen natuurlijke setting). Groepen kunnen onder druk grijpen naar het middel pesten, maar dat wil niet zeggen dat pesten ook noodzakelijk is. Uiteindelijk heeft iedereen in de groep er last van en vaart de groep wel bij positief leiderschap. Dit is overigens ook een gevaarlijke misvatting: leerkrachten die denken dat pesten natuurlijk is, grijpen minder snel in. En het wordt door anderen ook gebruikt als rechtvaardiging voor het pesten: zo is de natuur, zo is het leven nou eenmaal.
Een misstand is dat er ook (wel eens) door scholen en/of leerkrachten gepest wordt: een kind is altijd het pispaaltje, of het krijgt overal de schuld van. Of scholen vinden dat ze al genoeg aandacht aan pesten besteden, en zeggen dat ze niets kunnen doen. Vaak wordt het gepeste kind (of de ouders) verweten dat het niet weerbaar genoeg is. Ook tussen collega’s kan gepest worden en natuurlijk kan een klas ook een leerkracht wegpesten. Dit soort gebeurtenissen komen in de praktijk veel voor, maar krijgen nauwelijks aandacht in theorie of beleid rond pesten. Veel boeken zijn erg beperkt in hun focus of definitie van pesten, of ze gaan uit van een bepaald anti-pestprogramma. Met mijn boek probeer ik zo breed mogelijk te kijken naar het verschijnsel pesten, om daarna pas oplossingen te geven.

De toespraak die ik hield is hier te lezen. Achteraf
hoorde ik dat er in de zaal menig traantje werd weggepinkt.
Het tweede exemplaar was trouwens voor mijn ouders (en dat
was het moment dat bij mij de emoties overliepen).
Er is maar weinig wat echt
beschermt tegen pesten. Er is wel iets wat beschermt tegen de pijn van pesten,
en dat is verbondenheid met je familie. Overigens was het voor mij een dubbel
feestelijke gebeurtenis, want het was ook nog eens mijn verjaardag J.

En al
heel snel stond er een heel mooie review op bol.com met 5 sterren!!!
De nieuwsbrief van Buro Bloei kwam met een mooi verslag:
Kees van Overveld plaatste een fijne recensie op Twitter:
In Trouw van 9 augustus 2014 verscheen een interview:
en in Psychologie Magazine (september 2014)een superfijne recensie:
Kortom, mijn boek wordt gelukkig goed ontvangen. Op maandag 18 augustus ben ik te gast in het lunchprogramma van RTV-NH (radio). Eerder was ik te horen in het nachtprogramma van Alfred Blokhuizen op RTV Rijnmond
4. Hoe het verder gaat?
Ik hoop natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen dit boek gaan kopen en lezen.
Verder hoop ik dat het gebruikt gaat worden in opleidingen en op pabo’s. En
zelf ga ik nadenken over mijn volgende boek(en) en blijf ik schrijven over
allerlei onderwerpen op het gebied van opvoeding, onderwijs en (andere)
maatschappelijke ontwikkelingen. Vrijwel elke maand verschijnt er een column
van me op Sociale Vraagstukken en er zijn vergevorderde plannen voor een
radiocolumn op RTV Rijnmond, in het nachtprogramma van Alfred Blokhuizen.
Kortom, jullie horen van me.
Mieke van Stigt: Alles over Pesten. Uitgeverij Boom Amsterdam, 2014. Bij de boekhandel of via internet 24,95 euro. ISBN 978 90 8953 251 0