Er gaat een zucht van verlichting door
zelfstandig werkend Nederland: de zelfstandigenaftrek voor de belastingen
blijft gehandhaafd. Pogingen om deze af te schaffen stuitten op dermate groot
protest, dat de politiek overstag is gegaan. De zzp’ers zeiden de aftrek nodig
te hebben om net rond te kunnen komen, voor velen dreigde faillissement. Maar
waarom wilde men aanvankelijk de zelfstandige zo hard aanpakken? Wat is het
beeld van de flexibele arbeider, en klopt dat beeld wel?
Freelancers waren er al een hele tijd, maar
een aantal jaar geleden kwam de zzp’er op, de Zelfstandige Zonder Personeel. In
hoger opgeleide kringen overheerste het idee dat dit de dappere, onafhankelijke
geesten waren die het juk van de vaste aanstelling van zich afwierpen en de
vrijheid kozen. Met alle ruimte om zich ten volle te kunnen ontplooien,
profiteerden zij van het voordeel van een ruime markt vol werk. Het geld
stroomde binnen. Dit beeld begint barsten te vertonen, steeds meer zzp’ers
zitten door de crisis zonder opdrachten èn zonder uitkering. Voor het eerst
krijgen de voedselbanken met hoger opgeleide klanten te maken, deels ook
zzp’ers.
Veel minder oog was er voor de andere
zelfstandige, de zelfstandige tegen wil en dank. Dat zijn de vele, vele mensen
die o.a. in de bouw, landbouw, vervoerssector en in de horeca uit de reguliere
banen zijn gestoten en alleen als zzp’er mochten terugkeren om onder zeer
onzekere voorwaarden hetzelfde werk te doen. Ook deze groep lijdt onder de
crisis. Wanneer een opdrachtgever geen werk heeft, zijn zij de eersten die
thuis zitten. Veel zzp’ers zijn voor langere tijd verbonden aan één bedrijf en
die tijdsduur neemt toe, gemiddeld zitten ze daar inmiddels twaalf maanden. (1) Berucht
zijn inmiddels de verhalen over PostNL, die de postbodes ontsloeg en
zelfstandige postbestellers wierf met een charme-offensief over de voordelen van
vrijheid en zelfstandigheid. Geen woord over nulurencontracten en de
onzekerheid voor nu en de toekomst. Geen woord ook over de verplichte hoge
kosten van aanschaf van een bedrijfsauto, waarna de opdrachten ineens
uitblijven zodat de zelfstandige met de kosten zit en PostNL geen enkele
verplichting heeft. Hiertegen is overigens met succes gestaakt, wat voor zzp’ers
een noviteit genoemd mag worden. (2)
Het is duidelijk dat het beeld van de zzp’er
bijstelling behoeft. De Vrije Geesten die binnenlopen met gigantische
uurtarieven zijn er natuurlijk, maar als gevolg van de crisis worden dat er steeds
minder. In hun kielzog verschenen steeds meer aspirant vrije geesten, die door
crisis en reorganisaties op straat kwamen te staan, besloten om dan maar zzp’er
te worden en vervolgens met steeds meer mensen in een steeds kleinere vijver
van opdrachten stonden te vissen. Met hun dalende tarieven – ja, de hypotheek
moet toch worden betaald- beconcurreerden ze ook nog eens de vaste werknemers
van hun opdrachtgevers, zodat ook die op straat kwamen te staan en “ervoor
kozen” om zzp’er te worden…
De flexibele
schil groeit en doet groeien
Flexibele arbeid, zoals flexibele
arbeidscontracten of het inhuren van zzp’ers, is een steeds belangrijker vorm
van werk geworden. Het aantal werknemers met een flexibel of tijdelijk
arbeidscontract is toegenomen van 12 procent in 2001 naar 16 procent van de
werkzame beroepsbevolking in 2012, het
aandeel zelfstandigen zonder personeel is in die periode toegenomen van 7 naar
10 procent (cijfers CBS).
De flexibele schil werkt als een buffer
tussen vraag en aanbod van arbeid. Voor korte opdrachten is het op die manier
makkelijk om een hoog- of specifiek opgeleide kracht in te huren, waarna beide
partijen huns weegs kunnen gaan. Ook kun je als bedrijf voor korte tijd (bij
een grote order) snel aan veel arbeidskrachten komen, om in rustiger tijden niet
met enorme verplichtingen aan een overschot aan personeel te zitten. Kortom, de
flexibele schil heeft een essentiële functie voor werk- en opdrachtgevers.
So far, so good, maar in de kapitalistische overlevingsstrijd
is flexibele arbeid een centraal onderdeel geworden van het economisch beleid
van bedrijven: zij moéten, om te kunnen blijven concurreren en op straffe van
boze aandeelhouders, vijandige overname of faillissement, wel winst maken tegen
steeds minder kosten. Zodoende wordt arbeid naar lagelonenlanden uitbesteed, of
ontslaat PostNL de dure vaste krachten om ‘flexibele’ werknemers als
zelfstandige terug te huren. In de vervoerssector (o.a. taxibedrijven) worden
“werknemers” in rustige uren naar huis gestuurd, waarop ze een paar uur later
weer mogen opdraven. De niet-gewerkte uren worden dan ook niet betaald. In de
bouw werken zelfstandigen bij vorst gewoon door, omdat ze niet doorbetaald
krijgen. Als een klus niet doorgaat, kunnen ze gewoon weer naar huis. Zonder
werk dus zonder geld. Het is inmiddels bekend dat supermarkten en
drogisterijketens als Kruitvat hun prijzenoorlog “betalen” door zeer goedkope
tieners te laten werken. Als die recht krijgen op een vaste aanstelling, of als
ze 16 of 18 worden, dan maken ze gewoon plaats voor nieuwe jonge tieners.
Bedrijven bouwen aan hun imperium niet langer met, maar over de hoofden van hun
flexibele werknemers.
Zzp’er tussen
ideaal en werkelijkheid
Dé zzp’er bestaat niet. Tussen de vrijgevochten
goudzoeker en de gedwongen dagloner zijn talloze varianten, met zowel voordelen
van vrijheid en eigen zeggenschap als de nadelen van te weinig opdrachten en
grote onzekerheid.
Natuurlijk, je kunt jezelf verzekeren, en
sparen voor je pensioen. Maar verzekeren is duur en als je net (of niet) genoeg
geld binnenhaalt om je hypotheek te betalen, dan kom je aan zo’n uitgave niet
toe. Dat geldt ook voor de zogenaamde broodfondsen, waarin je je met andere
zelfstandigen verenigt om met elkaar de klappen op te kunnen vangen. Maar dan
moet je allereerst wel voldoende omzet draaien. En als je daarna te lang ziek
bent of geen nieuwe opdrachten krijgt, kijken ze je echt wel weg. Een
collectieve verzekering en sociale zekerheid, moet toch echt collectief zijn en
dus van de overheid komen. Die dreigde juist de tegemoetkoming aan de sociale
onzekerheid van het zelfstandig ondernemerschap- de zelfstandigenaftrek, af te
schaffen. De zzp'ers werden daarbij vooral gezien als mensen die zich aan het stelsel van sociale zekerheid onttrokken, het werd hoog tijd dat ze eens wat meer zouden gaan bijdragen of in ieder geval geen voorkeursbehandeling meer zouden krijgen. Was de regering verblind door het idee van vrijgevochten goudzoekers
en het neoliberale ideaal van het vrije, zelfstandige individu? Waren ze even
vergeten hoe dat er in de praktijk uitziet?
De
vrijheid heeft een prijs
In 2009 en 201o verdiende ongeveer een derde
van de zzp'ers minder dan 1.250 bruto per maand. Gemiddeld verdienden ze met
34.000 bruto per jaar net boven modaal, maar nog altijd veel minder dan de
zelfstandigen mèt personeel met hun 59.000 euro per jaar. (3)Er
zijn aanwijzingen dat de crisis met name de zzp’ers treft. (4) Om
rond te kunnen komen, accepteren de zelfstandigen steeds lagere tarieven. Maar
liefst 63 procent van hen meldt de gevolgen van de crisis te voelen: de
tarieven staan onder druk en 27 procent meldt dat er minder opdrachten zijn.
Veel mensen met vaste aanstellingen zijn
jaloers op hun de vrijheid van de zzp’ers, de ruimte om jezelf te ontplooien
zonder de hete adem van de baas in je nek. Vanuit hun positie gezien is dit wel
begrijpelijk. Door alle reorganisaties, bedrijfsfusies en verzelfstandiging
(marktwerking!) van voormalige overheidsinstanties, is de werkdruk enorm
toegenomen. Waar hoogopgeleide werknemers eerst ruimte hadden voor eigen
inzicht en ontwikkeling, moeten er nu targets gehaald worden en per jaar
minimaal anderhalve ton aan opdrachten binnengesleept worden. En door
bezuinigingen en reorganisaties moet steeds minder mensen steeds meer werk doen,
met een onzekere toekomst. Geen wonder dat de ‘vrijheid’ van het zelfstandige
bestaan zo’n grote aantrekkingskracht heeft.
Dat ideaalbeeld wordt door de zelfstandigen met
grote stelligheid in stand gehouden. Het is immers je eigen motivatie, je
individuele ontplooiing die je dagelijks nodig hebt om aan de gang te blijven. Toegeven
aan negatieve gevoelens kost alleen maar extra energie en bovendien: wie wil
zichzelf profileren als loser? Wat niemand wil zien, is
dat dit een doctrine is, een nieuwe heilsleer, waarbij kritiek bij voorbaat
verdacht is. Als het goed gaat, is dat eigen verdienste. Maar als het fout
gaat, is het eigen schuld. Dus
blijven de zzp’ers positief, ook al zijn er geen inkomsten. Want als je
negatief doet, komen er zéker geen opdrachten en stuit je in je omgeving op
groot onbegrip en verwijten dat je blijft hangen in een slachtofferrol.
Het is daarom een slecht teken dat er zoveel
protest was tegen de afschaffing van de zelfstandigenaftrek: als zzp’ers al
laten merken dat ze anders niet rondkomen, dan is het zeker mis. Het is ook een
signaal dat de politici zich, wellicht vanuit hun eigen riante positie en
goedbetaalde bijbanen en klussen,
behoorlijk verkeken hebben op die zelfstandigen. Het begint ze nu
eindelijk te dagen en het zou goed zijn als ze zich eens zouden verdiepen in de
dynamiek van zelfstandigheid en uitbuiting. Dan zouden ze ook niet voorstellen
dat werknemers –zoals nu in het sociaal akkoord is opgenomen- eerder recht
krijgen op een vaste aanstelling, want dat zal er alleen maar toe leiden dat je
eerder ontslagen wordt. Beter zouden ze aan bedrijven een maximum stellen wat
betreft het percentage of de tijdsduur van tijdelijke arbeidskrachten. Dat er
nu meer dan een miljoen zelfstandigen zijn, is niet het gevolg van een
vrijheidsideaal, maar het resultaat van een arbeidsmarkt die zichzelf heeft
uitgehold.
Met behoud
van kwaliteit?
Behalve tot grote financiële nood onder zzp’ers
heeft deze ontwikkeling ertoe geleid dat kwaliteit plaats maakte voor het
draaien van productie. Voor kwantiteit dus. Als er steeds minder budget is voor
het inhuren van professionals, verdwijnt vanzelf de professionaliteit: dat is
al gaande in de journalistiek, waar je voor een opiniestuk niet (meer) betaald
wordt. Dat is zichtbaar in vele (semi-)overheidsinstellingen en bedrijven, waar
public relations en communicatie in handen zijn van stagiairs, dat is zichtbaar
op congressen, waar wel budget is voor een dure locatie en catering, maar niet
voor de sprekers. Of op een hbo-opleiding, waar iemand die een gastcollege komt
geven wordt afgescheept met een boekenbon. Talloze –ook vooraanstaande-
opiniesites willen je graag als columnist, maar voor de eer en de
“naamsbekendheid”, wat de belofte inhoudt dat nog niet gedefinieerde anderen je
ooit zullen gaan betalen. Dat is zichtbaar op Twitter, waar “vacatures” en
oproepen voor mensen die het “leuk vinden” ergens aan mee te werken, steeds
vaker neerkomen op gratis werk of stages. En het is
zichtbaar in de bedrijven zelf, waar tijdelijk ingehuurde mensen hun klusje
komen doen. Echte verbinding met het bedrijf –zowel emotioneel als inhoudelijk-
ontstaat niet in drie maanden tot een jaar, met uitzicht op ontslag. Zelfs op
hogescholen en universiteiten worden steeds meer flexwerkers ingezet. Er komt
een kantelpunt waarop ontwikkeling van opleiding en onderzoek in gevaar komt.
Dat kantelpunt zijn we volgens sommigen al gepasseerd.
In een uitzending van BNR(5)
spraken drie vooraanstaande zzp-woordvoerders(6) in
lyrische bewoordingen over een mogelijke toekomst waarin iedereen zzp’er is. Gonggrijp
en Bink prezen de vrijheid en de optimale ontplooiing van de talenten van ieder
individu, terwijl Mesters stelde dat in de Middeleeuwen eigenlijk iedereen
zzp’er was, verenigd in de gilden. Het ontwikkelen van denkbeelden en
innovaties zou in onze tijd moeten komen uit de vrijwillige organisatie van
zzp’ers in een nieuwe variant van de gilden. Waar met geen woord over gerept
werd, was dat de gilden in het verleden een zeer strakke organisatievorm waren,
met een strenge controle op kwaliteit en een machtig monopolie op de prijzen.
En waar al helemaal niet over gesproken werd, was dat er in de middeleeuwen en
nog lang daarna de meerderheid van de mensen horigen, dagloners en losse
arbeiders waren, die hun inkomen nooit zeker waren en van klus naar klus, van
dag naar dag, hun dagen sleten in honger, armoede en grote onzekerheid. Niet
voor niets leidde de industriële revolutie, waarin de arbeiders het sluitstuk
waren, tot de Sociale Kwestie. Staat een dergelijk vraagstuk ook nu weer voor
de deur?
Het
wordt daarom tijd dat beleidsmakers kijken naar de bredere context van werk en
veranderingen in de samenleving. Waar zovelen voor dezelfde problemen komen te
staan, wordt het tijd naar de samenhang van sociale ontwikkelingen te kijken en
niet naar de kenmerken van individuen, zei C. Wright Mills (7).
Zonder dat inzicht blijft de discussie over zzp’ers beperkt tot het herhalen
van ideologische mantra’s.
Noten:
(3) Bron:
Fabian Dekker (2013): En toen waren er zzp’ers.
(5) http://www.bnr.nl/radio/de-nieuwe-wereld/447700-1310/de-nieuwe-wereld-wat-als...-iedereen-zzp-er-is
(6) Linde Gonggrijp, directeur van vakbond FNV Zelfstandigen, Mirjam Bink, medeoprichter van ondernemersclub Ondernemend Nederland en zelfstandig internetrecruiter en Han Mesters, historicus en ABN Amro-sectorbankier
(7) C. Wright Mills (1959): The sociological imagination
Geen opmerkingen:
Een reactie posten