(Dit
blog verscheen eerder op www.joop.nl)
GGD
Amsterdam heeft een pilot uitgevoerd met een extra Preventief
Gezondheidsonderzoek ( PGO) op 16-jarige leeftijd, het
zogenaamde“pubergesprek”. Op grond daarvan is besloten om dit pubergesprek voor
alle Amsterdamse scholen voor (regulier) voortgezet onderwijs in te voeren.
Voorafgaand aan het gesprek vulden de scholieren een digitale vragenlijst in en
werden ze gemeten en gewogen. Op basis daarvan werd besloten of zij voor een
consult zouden worden opgeroepen. Van de vmbo-leerlingen in de pilot werd een dusdanig
hoog percentage (61%) opgeroepen dat is besloten dat voortaan alle vmbo-ers een
consult zullen krijgen. Voor de havo-vwo-ers zal een screening vooraf blijven
bestaan. (1)
In de
media verscheen het bericht: “vmbo-leerling heeft vaker pubergesprek nodig”,wat
natuurlijk mijn nieuwsgierigheid wekte: vanwaar dit verschil? Een medewerker
van de GGD gaf toelichting. Het blijkt dat twee factoren meespelen. De eerste
is dat vmbo-ers een snellere ontwikkeling naar volwassenheid meemaken. Dat
betekent dat zij eerder aan risicogedrag op het gebied van alcohol, seks en
drugs beginnen. De tweede factor is dat vmbo-ers vaker uit gezinnen komen met
een lage opleiding, laag inkomen en/of allochtone achtergrond, hetgeen de kans
op een ongezond leefpatroon vergroot.
Preventie
in deze groep is dan ook zinvol, om meerdere redenen. Ten eerste wordt
risicogedrag op deze manier eerder opgemerkt en aangepakt. Ook het RIVM pleitte
voor dit extra contactmoment, vanwege de grote lichamelijke en geestelijke
veranderingen die jongeren juist in de eerste jaren van het voortgezet
onderwijs meemaken. Uit de pilot bleek dat het gesprek ook door de jongeren
gewaardeerd werd en de adviezen opgevolgd.
Ten
tweede is juist het pubergesprek een middel om deze jongeren te bereiken, nu ze
allemaal nog op school zitten. Om die reden zal het pubergesprek voortaan in
het najaar plaatsvinden, vóórdat de examens (4vmbo) beginnen. Ten derde kan het
pubergesprek juist voor deze jongeren, bij wie voor velen geldt dat de ouders
zich in een minder bevoorrechte positie bevinden, de drempel naar gezondheidsonderzoek
en voorlichting verlagen. Zo is er een speciale site van de GGD waarop jongeren
informatie kunnen vinden over seksualiteit en gezondheid en anoniem met een
medewerker van de ggd kunnen mailen of chatten.
Toch
wringt hier iets. De belangrijkste vraag die bij mij opkomt is waaróm kinderen
op het vmbo een ‘sneller traject naar volwassenheid’ doormaken (wat overigens
ook uit ander onderzoek blijkt). Wat zijn de sociale factoren deze snellere
volwassenwording bevorderen en hoe wenselijk is dit? Komt het door de
beroeps-en praktijkgerichte oriëntatie van het onderwijs? Door klassegebonden
denk- en leefpatronen? Deze vragen blijven onbeantwoord maar –en dat is erger-
worden zelfs niet gesteld.
Vervolgens
kun je je afvragen of havo-vwo-ers gewoon later aan dergelijk risicogedrag
beginnen en of voor hen een vervolggesprek in 5 havo of 6vwo wenselijk is. Of
hebben zij domweg meer beschermende factoren om zich heen: hoger opgeleide
ouders die kennis hebben van een gezond leefpatroon, die het geld en de
gewoontevorming hebben, een veiliger leefomgeving, betere toegang tot
informatie? De veronderstelling is gerechtvaardigd dat de verschillen tussen de
schoolniveau’s en daarmee de risico’s voor de individuele jongere, gelegen is
in de kwaliteit van de leefomgeving.
Het
gevaar van het pubergesprek is, zo schreef ik enige maanden geleden (2) dat het
teveel de aandacht vestigt op het individu. De beweegredenen van het ministerie
om het pubergesprek in te voeren, lagen vooral in zorgen om alcoholgebruik en
overgewicht onder jongeren. En inderdaad bleken deze (respectievelijk in 29% en
9% van de gevallen) reden voor doorverwijzing.
Maar
uit onderzoek is duidelijk dat juist overgewicht bij uitstek een
omgevingsprobleem is (en je kunt je afvragen in hoeverre dit niet ook geldt
voor alcoholgebruik). In het recent verschenen EET MIJ geven Asha ten Broeke en
Ronald Veldhuizen hier een breed overzicht van. Welk nut heeft een individueel
gesprek voor kinderen die opgroeien in een sociale omgeving met een ongezond
eetpatroon, een school- of sportkantine met vette hap, fastfood op elke
straathoek en koeken, chips en frisdranken in de supermarkt? Toen jongeren van
het pubergesprek hoorden vonden ze dat een goed idee, maar hadden ze nóg meer
behoefte aan een gezonde omgeving. Wat heb je aan kennis en individuele
begeleiding als de omgeving zo ongezond blijft?
Een
schoolbreed (liever stedelijk, of landelijk) programma waarin voorlichting over
een gezond eetpatroon gecombineerd wordt met daadwerkelijke actie, is dan veel
zinvoller. En inderdaad was de GGD betrokken in een pilot met een gezonde lunch
op school, die zowel wat betreft gezondheid van de kinderen, hun leerprestaties
en hun sociaal welbevinden goede resultaten had. En zelfs droeg het bij aan de
sociale cohesie in de wijk. (3)
Het
jammere nu is, dat scholen ieder voor zich het wiel moesten uitvinden zodat het
project sukkelig en moeizaam op gang kwam. En nà het experiment en met het
stopzetten van de bijbehorende subsidie, hadden de scholen de grootste moeite
om het succes voort te zetten. Dit laat zien hoezeer een landelijk beleid en
coördinatie van dergelijke projecten wenselijk is. Hoewel de projecten vanuit
diverse hoeken over elkaar buitelen (bijvoorbeeld JOGG, B-Fit, De gezonde
schoolkantine) ontbreekt een centraal zicht op de wenselijkheid, de voorwaarden
voor succes, de wetenschappelijke grondslagen en de algemene kennis. Wat dat
betreft is Nederland er in de laatste decennia op het gebied van jeugdbeleid
enorm op achteruit gegaan. Sommige projecten blijken enorm goed te werken maar
worden toch niet landelijk ingevoerd, spelers in het veld zijn meestal
commercieel (de zegening van marktwerking) zodat de wetenschappelijke
onderbouwing soms te wensen overlaat en bureaus eerder concurreren dan
samenwerken.
Kortom,
het lijkt een goed idee om via het pubergesprek de jongere individueel te
benaderen, maar tegelijk blijft daarmee de belangrijkste bepaler, de omgeving,
buiten schot. Het pubergesprek is op individueel niveau wellicht nuttig, maar
laten we vooral ook breder blijven kijken.
Noten:
(2) http://www.socialevraagstukken.nl/site/2012/07/10/pubergesprek-en-de-roep-om-een-gezonde-omgeving/#_edn2
(3)zie voor het rapport van de pilot: http://www.gezond.amsterdam.nl/nieuwsoverzicht/project-lunchen/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten