zondag 26 mei 2013

Winnaarsmentaliteit versus slachtofferrol - over de kracht van positief denken


In NRC van 15 mei 2013 stonden zes redenen waarom de crisis niet tot sociale onrust leidt (“Veel werklozen, weinig protest”). Deze hadden te maken met de grotere sociale zekerheid, het feit dat mannen niet langer de enige kostwinner zijn, dat jongeren een positiever toekomstbeeld hebben en minder geneigd zijn tot protesteren, dat mensen liever zzp’er worden en dat de oorzaken voor de crisis nogal abstract zijn, zodat het lastig is in opstand te komen.

Aan deze redenen zou ik graag een zevende toevoegen (schreef ik in mijn ingezonden brief aan NRC): de huidige winnaarsmentaliteit. Deze is een uitvloeisel van het marktdenken en de meritocratie: degenen met geluk hebben dit aan zichzelf te danken. Deze ideologie heeft twee middelen om mensen met dikke pech het zwijgen op te leggen. Het eerste heet “positief denken”, het tweede “slachtoffergedrag”. Via het gebod tot positief denken wordt mensen voorgehouden dat ze hun eigen lot in handen hebben. Als je maar positief denkt, zijn er geen problemen. En als er wèl problemen zijn, heb je blijkbaar niet positief genoeg gedacht. Dat los je alsnog op door positiever te denken. 

Mocht je daar uiteindelijk niet meer toe in staat zijn, dan is er altijd nog de slachtofferrol of het slachtoffergedrag. Daarmee wordt je zwakke protest effectief de mond gesnoerd. Mensen die een slachtofferrol aannemen, zijn namelijk verachtelijk. Ze weigeren om positief te denken en hun lot in eigen handen te nemen. Nee, daar kun je maar beter geen medelijden mee hebben. Is het verwonderlijk dat de slachtoffers van de crisis hun mond niet meer opendoen? (Einde brief, hij werd geplaatst!) 

Begrijp me goed, ik heb helemaal niets tegen positief denken op zich. Positief denken zet deuren open, schept mogelijkheden, terwijl negatief denken die deuren juist dicht doet. Maar ik heb heel veel bezwaar tegen de dwang tot positief denken, of, in het verlengde daarvan: het verwijt aan mensen dat ze niet positief genoeg denken. De implicatie daarvan is dat ze de situatie waarin zij zitten, uiteindelijk aan zichzelf te danken hebben. Dat is voor de boodschapper erg prettig, de wereld wordt op die manier weer overzichtelijk en veilig. Maar voor de pechvogel is het zeer wreed, hij heeft niet alleen pech, maar wordt daarom nu ook verstoten. Zoals een vriendin mij zei: ook kankerpatiënten krijgen met deze manier van denken te maken, hoe wreed is dat?
Om het helemaal ingewikkeld te maken: de positiviteitsdwang zit niet alleen in de anderen, maar ook in onszelf. Heb je pech, dan zit je je dus zelfverwijten te maken. En echt, de enige manier om er ooit uit te komen, is positief denken. Denk ik. Zucht.
Literatuurtip: Paul Verhaeghe: Identiteit (Uitgeverij de Bezige Bij, 2012)

1 opmerking:

  1. Waar het om gaat is dat positief denken geen garantie biedt op succes, op geen enkel terrein.

    BeantwoordenVerwijderen