dinsdag 1 oktober 2013

Kan papa dit oplossen?

Vandaag in De Volkskrant mijn opiniestuk als reactie op het artikel van Irene Zwaan. Omdat er toch wel heel veel nuance weggevallen is, hieronder de uitgebreide en bijgewerkte versie.




Een kind heeft beide biologische ouders hard nodig en het wordt tijd dat het belang van de aanwezige vader onder ogen wordt gezien, zo stelt Irene Zwaan in de Volkskrant van 27 september. En hoezeer ik  ieder kind zijn of haar vader en moeder van harte gun, van haar argumenten klopt heel weinig. De argumenten zijn vooral moralistisch van aard –gebaseerd op een jarenvijftig gezinsideaal- en daarbij een harde klap in het gezicht van alleenstaande ouders (m/v) en homo- of adoptieouders.
Volgens Zwaan ligt het bewijs voor haar stelling in cijfers uit onderzoek. Kinderen zonder aanwezige vader komen vaker in de problemen, maken vaker gebruik van Jeugdzorg en doen het slechter op school. Ook bleken de arrestanten bij de rellen in Londen veel vaker dan gemiddeld op te groeien in een vaderloos gezin.
Dat zijn inderdaad zorgelijke cijfers, maar Zwaan maakt een bekende fout, namelijk dat zij samenhang aanziet voor oorzaak. Ze ziet een bovengemiddeld aantal kinderen zonder vader in de problemen en concludeert dat de vaderloosheid de oorzaak moet zijn. Maar is dat ook zo? Het is veel waarschijnlijker dat er achterliggende oorzaken zijn, die zowel cijfers voor probleemgedrag als het uiteenvallen van het oorspronkelijke gezin verklaren.  Die achterliggende oorzaken zijn in dit geval erfelijkheid (van gedragsproblemen en verstandelijke beperkingen) verslaving en armoede, vaak in een elkaar versterkende combinatie.
Het kan heel zwaar zijn om een kind met een verstandelijke beperking en/of gedragsproblemen te hebben, zó zwaar dat je relatie het niet redt. Andere bedreigende factoren voor je relatie (al dan niet huwelijk) zijn armoede, verslaving en ziekte. Twintig procent van de vrouwen noemt verslaving en lichamelijk geweld als aanleiding voor echtscheiding (1).
Uit het promotieonderzoek van Marigo Teeuwen (2) blijkt dat jongens met een licht verstandelijke beperking een veel grotere kans lopen (dan andere jongens) in het criminele circuit terecht te komen. Zij onderzocht waarin deze groep jongens afweek van de licht verstandelijk beperkte jongens die niét in het criminele circuit terechtkwamen en vond drie factoren: zwakke familie, foute vrienden en drugs. Vooral van belang was –en nu komt het- dat de helft van die ouders zelf verstandelijk gehandicapt was.
Veel gedragsproblemen hebben een erfelijke component.  Dat verklaart ook dat kinderen uit intacte gezinnen het beter doen dan kinderen uit stiefgezinnen, die laatsten hebben namelijk vaker te maken met die erfelijke problemen. De aangeboren componenten voor gedragsproblemen zorgen voor een grotere kans op armoede, lagere schoolprestaties, minder kansen op de arbeidsmarkt, verslaving en echtscheiding.  Armoede zelf is – en dat blijkt uit degelijk onderzoek- een factor van betekenis voor gedragsproblemen en verslaving, minder kansen in het onderwijs en vervolgens op de arbeidsmarkt. Die factoren komen vaak in combinatie voor.
Zwaan stelt zich heel idealistisch de inmenging van een stabiele vader voor, maar de moeders uit het verhaal hebben wellicht een heel goede reden om de vader buiten de deur te houden, zie de cijfers van verslaving en fysiek geweld. Vervolgens komen de alleenstaande moeders in armoede terecht, of ze nu werken of niet. De armoede zelf is bron van veel problemen. Het zijn deze vicieuze cirkels van gedragsproblematiek en armoede die de uiteindelijke problemen veroorzaken. Dit kan niet goedgemaakt worden door de aanwezigheid van de biologische vader, vooral omdat die vaak onderdeel is van het probleem (dat kan overigens ook gelden voor de moeder). Geen ingrediënten voor een stabiel huwelijk dus. Nog afgezien van de vraag hoe we die vaders er met de haren moeten bijslepen.
De kinderombudsman bracht dit jaar een rapport uit over armoede in Nederland en de gevolgen voor kinderen. Hij stelt dat in het algemene armoedebeleid, de leefsituatie van kinderen van 0-18 jaar “maar magertjes aan bod komt”(3).  Op dat terrein valt nog veel te winnen, maar de politieke praktijk is anders: op kinderopvang wordt bezuinigd, de kinderbijslag wordt teruggeschroefd, de jeugdzorg wordt overgedragen aan gemeenten die daar niet op voorbereid zijn. 
Zwaan kijkt ten onrechte niet naar de éénoudergezinnen met alleen een biologische vader of moeder waar het prima met de kinderen gaat. Waarom zou ze ook? Dat is niet in het belang van haar moralistisch gepreek. Dat ze daarmee vele ouders in het gezicht slaat, is voor haar blijkbaar niet van belang. De afwezigheid van vaders zorgt niet per sé voor problemen. Zo blijkt uit promotieonderzoek (UvA, 2012) van Loes van Gelderen (4) dat kinderen met twee moeders net zo gelukkig zijn en niet meer gedragsproblemen vertonen dan kinderen uit `gewone’ gezinnen. Ook klopt het beeld van de overbeschermende moeder niet: onderzoek van de Universiteit van Rochester(5) toont aan dat er geen strakke scheiding is in persoonlijkheidskenmerken tussen vrouwen en mannen, zelfs niet wat betreft ‘mannelijke’ kenmerken en ook niet wat betreft zorgende kenmerken. Er is vooral een zeer grote overlap tussen mannen en vrouwen, zodat we mogen concluderen dat moeders zo nodig zeer wel in staat zijn te vaderen, en vaders evengoed kunnen moederen.
Ik gun ieder kind een gelukkige jeugd en een stabiele thuisbasis, of dat nu met beide biologische ouders is, met één van beide biologische ouders, met twee moeders, met twee vaders of met een of twee lieve adoptieouders. De praktijk is helaas soms anders, maar dat los je niet op met een jarenvijftigmodel. Sommige problemen los je helemaal niet op. Maar op grond van een minderheid kun je geen uitspraken doen over het geheel, dat verschil zou Zwaan voor ogen moeten houden.

Noten:
(1) Cijfers CBS http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2006/2006-1862-wm.htm
(2) Marigo Teeuwen (promotie UvA, 2012: "Verraderlijk gewoon"):  
http://www.profi-leren.nl/files/saw_dc72_delinquent_gedrag.pdf
(3) Kinderombudsman 2013: Kinderen in armoede in Nederland, pagina 40
(4)Met dank aan Annemiek Verbeek voor deze verwijzing. Lees: “Net zo gelukkig met twee moeders” in Het Parool van 26 november 2012.
(5) Zie hiervoor de ijzersterke lezing van Asha ten Broeke: “How gender stereotypes influence the lives of women”

1 opmerking:

  1. Naschrift: Op geen enkele manier ben ik van mening dat vaders in het algemeen minder belangrijk zijn dan moeders. Ikzelf ben dolblij met zowel mijn eigen vader als nu met de vader van onze dochter. Ik geef zelf de voorkeur aan het samen opvoeden en ben gelukkig dat dit ook lukt. Maar ik ben ervan overtuigd dat alleenstaande vaders of co-vaders in principe net zo goed of beter opvoeden dan ik.
    Mijn betoog hierboven gaat over de redenering van Irene Zwaan, die denkt dat als je de vader maar betrekt (terughaalt na een scheiding), dat alle problemen dan opgelost zijn. Dat ben ik niet met haar eens.
    De praktijk is dat kinderen vaker bij hun moeder blijven na de scheiding dan bij hun vader. En SOMMIGE problemen los je niet op door terugkeer van de vader, òf omdat die problemen gewoon te zwaar zijn, òf omdat de problemen veroorzaakt worden door de moeder of vader, dan is samenvoeging van beiden geen goed idee. De door haar geschetste problemen hebben een ANDERE OORZAAK dan de afwezigheid van de vader.

    BeantwoordenVerwijderen