-deze column verscheen eerder op www.socialevraagstukken.nl-
"We” worden steeds dikker, zo luiden recentelijk de
zorgelijke krantenkoppen en tweets. Op televisie strijden realityprogramma’s
over afvallen (1) met discussieprogramma’s (2) om de aandacht, maar ook de politiek maakt zich
zorgen. Zo wil de minister via het “pubergesprek” een gezond voedingspatroon
promoten, terwijl in Amsterdam inmiddels drie (veel) te zware kinderen uit een
gezin onder toezicht zijn geplaatst.(3) Op het eerste
gezicht lijkt al deze ophef gegrond. Inmiddels kampt de helft van de
Nederlanders (60% van de mannen en 44% van de vrouwen) met overgewicht, heeft
13-14% van hen obesitas (4) en worden de medische kosten
en risico’s geschat op 1,2 miljard euro per jaar aan directe (ziekte)kosten en
2 miljard aan indirecte kosten als verlies van arbeidsproductiviteit. (5)
Toch kunnen de heftige emoties rondom overgewicht en obesitas niet helemaal verklaard worden vanuit de zorgen om de gezondheid en de maatschappelijke kosten ervan. Immers, alcoholmisbruik kost de Nederlandse samenleving zo’n 3,7 miljard euro per jaar (6) en roken kost 2,5 miljard euro per jaar. (7) En hoe heftig de discussies over alcohol en sigaretten de laatste tijd ook zijn, beelden van rokende of drinkende mensen roepen minder heftige gevoelens op. Daarnaast kosten sportblessures (en sporten wordt geacht gezond te zijn) de samenleving 1,4 miljard euro per jaar.(8) Over kosten gesproken.
De kosten op zich verklaren niet waarom overgewicht zulke heftige gevoelens oproept, ja, er zelfs van dikke mensen zo gewalgd wordt. Steevast worden artikelen over obesitas vergezeld door foto’s van extreme vetrollen, meestal bij volwassenen of kinderen zonder hoofd (9), met in hun handen of daarnaast afbeeldingen van patat en/of hamburgers. De hoofdloze foto’s dragen door hun anonimiteit bij aan de stigmatisering en de walging. (10) Maar wie worden er precies gestigmatiseerd?
Overgewicht en obesitas komen veel vaker voor onder lager opgeleiden. Van deze
groep heeft 54% overgewicht, tegen 33% van de hoogopgeleiden. Ernstig
overgewicht heeft 18,4% van de laagopgeleiden, tegen 6,5% van de
hoogopgeleiden.(11) De “zorg” en walging over
overgewicht en dikke mensen zijn dan ook een verkapte en veilige (want vanuit
bezorgdheid gelegitimeerde) manier om je af te zetten tegen de lagere sociale
klassen en hun (al dan niet vermeende) onmatige gedrag. Juist in deze
zogenaamde egalitaire tijd is het taboe om al te opzichtig te spreken in termen
van hogere of lagere klasse. Maar wie er oog voor heeft ziet talloze opzichtige
en minder opzichtige uitingen van deze vorm van distinctiedrang. De afbeeldingen
van patat en hamburgers bijvoorbeeld, worden vooral geassocieerd met de
eetcultuur van “het volk”.(12) Ook de subtiele
opmerkingen in de categorie“ik moet nodig twee kilo afvallen” zijn vooral
bedoeld om het gemeenschappelijke doel en ideaal van zijn of haar statusgroep
te bevestigen. Iemand die twee kilo zegt te moeten afvallen is beslist niet te
dik en geeft vooral aan dik zijn en onmatigheid af te keuren. Onder de
hogeropgeleiden of hogere klassen wordt alom gegruweld van vet of veel eten, ja
is het juist bon ton om weinig te eten, zie in de betere restaurants de bordjes
met de piepkleine stukjes vis of vlees, gegarneerd met wat remsporen (13) van de één of andere verfijnde smaak. Zet dit af
tegen de enorme porties bij de fastfoodzaken en het verschil is duidelijk.
Het is erg kortzichtig om de samenhang tussen overgewicht en sociale klasse aan
onmatigheid en een gebrek aan zelfbeheersing te wijten. De geschiedenis en
biologie geven meer inzicht. Als je kijkt naar foto’s van oudere volksvrouwen
rond de vorige eeuwwisseling, zie je schommelende moekes. Hun gewicht was niet
het gevolg van een onbeperkt voedselaanbod, maar van hun genetische aanleg
(“grofgebouwd”)èn een voedingspatroon dat bij de lagere sociale klasse hoort.
Waar boeren en arbeiders voornamelijk veel koolhydraten (aardappelen) aten en
zware lichamelijke arbeid verrichtten – de mannen evengoed als de vrouwen- had
de hogere klasse meer geld voor eiwitten (vlees) en hield zij er een ander,
gematigder eetpatroon op na, in combinatie met lichte arbeid en sportieve
ontspanning in de buitenlucht. Zowel de klassenverschillen in eetcultuur als
het beweegpatroon van de hogeropgeleiden (sporten) zien we vandaag de dag nog
terug. De zware lichamelijke arbeid voor de lagere klassen is echter
grotendeels verdwenen – met de zichtbare gevolgen.
Zowel genetische aanleg als eetcultuur houden verband met sociale klasse. De
eetcultuur van je omgeving heeft een sterke invloed op je eigen
voedingspatroon, eten is immers een sociaal bindmiddel. Maar ook de afkeer van
teveel eten en van dikke mensen is in bepaalde kringen een bindende factor. En
terwijl de kennis van een gezond eet- en beweegpatroon (en de benodigde
financiële middelen!) de hoger opgeleide van hogere sociale afkomst ondersteunt
in het slank blijven (die vermoedelijk ook genetisch gunstig is aangelegd
–bijvoorbeeld door een hugenoot in de voorvaderen) staat de dikkerd van
boerenafkomst er in de gewone Nederlandse volkscultuur alleen voor. De omgeving
eet gewoon door, je bent “ongezellig” als je niet meedoet, het aanbod van
ongezond voedsel is alomtegenwoordig (14) en Opa en Oma
blijven het kleinkind volstoppen met lekkers – een traditionele volkse manier
van verwennen en troosten.
Het moge duidelijk zijn dat gezond en matig eten voor iemand uit de volksklasse
door zowel de genetische aanleg als het gebrek aan steun, kennis en gerichte
eetgewoonten in de sociale omgeving, een veel grotere zelfbeheersing vraagt.
Overigens zónder de beloning van een betere sociale positie- die voor veel
slanke hoogopgeleiden zo vanzelfsprekend is. Toch worden dikke mensen steevast
als onbeheerst neergezet. Daarmee blijven de rol van de voedingsindustrie, de
reclame en de samenleving zelf buiten beeld. Voor de slankere hoogopgeleiden is
dit wel zo prettig. Zij mogen gruwelen van de mateloze dikkerds terwijl hun
eigen positie èn hun slanke lichaam hun eigen verdienste lijken te zijn.(15)
Al aan het begin van de vorige eeuw en dus lang voor de obesitasdiscussie was
gematigdheid als vorm van sociale onderscheiding bij de hogere klasse terug te
vinden. Zo beschrijft Ileen Montijn: “zelfbeheersing te allen tijde is een
morele plicht – maar ook een kwestie van standsbesef.”(16)
Bij Elias en Bourdieu vinden we sociologische theorieën die lichaamsbeheersing
als vorm van distinctiedrang kunnen helpen duiden. De keerzijde van deze
distinctiedrang is wel dat dikke mensen worden geassocieerd met dom en van
lage(re) sociale status, hetgeen tegenwoordig niet meer openlijk geschiedt maar
verkapt en vooral geïndividualiseerd, los van geschiedenis, cultuur en sociale
klasse. Alles is immers vrije keus en eigen verantwoordelijkheid? Bij
overgewicht en obesitas schiet het individu moreel en sociaal tekort. Die
stigmatisering is enorm – onrechtvaardig.(17)
Het wordt tijd dat er echt gekeken wordt naar sociale en biologische
achtergronden van overgewicht. Niet alleen vanwege de verhoogde kans op een
werkelijk effectieve aanpak, maar vooral uit het oogpunt van sociale en morele
rechtvaardigheid. Maar aangezien ik niet verwacht dat dit snel zal gebeuren,
zou ik willen zeggen: ga lekker door met gruwelen en walgen over dikke mensen,
daar blijf je slank bij.
Noten:
(1) I used to be fat, Too fat for 15, Help mijn
kind is te dik, etc.
(2) Debatop2, Hollandse Zaken,
etc.
(4) http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Wetenschappelijk/Rapporten/2012/januari/Nederland_de_Maat_Genomen_2009_2010_Monitoring_van_risicofactoren_in_de_algemene_bevolking
(5) http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2672/Wetenschap-Gezondheid/article/detail/1044418/2010/11/02/Overgewicht-kost-3-miljard-per-jaar.dhtml(6) http://www.alcoholinfo.nl/index.cfm?act=esite.tonen&pagina=323
(7) http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/1939795/2010/09/30/Drinkers-kosten-maatschappij-meer-dan-rokers.dhtmldit onderzoek zegt overigens dat de kosten van alcoholmisbruik 2,6 miljard zijn en niet 3,7, zoals in de vorige noot.
(8) http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/letsels-en-vergiftigingen/sportblessures/sportblessures-samengevat/
(9) Zie hiervoor ook de ijzersterke column van Asha ten Broeke in Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/8367/Asha-ten-Broeke/article/detail/3303617/2012/08/20/Geef-mollige-medemensen-hun-gezicht-terug.dhtml
(10) http://www.huffingtonpost.co.uk/sue-thomason/obesity-rates-cause-hat-s_b_1405283.html
(11) http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/lichaamsgewicht/verschillen-sociaaleconomisch/
(12) Voor een prachtig standaardwerk over eetcultuur en sociale klasse verwijs ik graag naar Stephen Mennell: Smaken verschillen 1989.
(13) Briljante aanduiding van dergelijke culinaire hoogstandjes door Ilja Gort in Slurp (2009).
(14) Lees daarvoor mijn blog http://miekevanstigt.blogspot.nl/2012_01_01_archive.html
(15) Zie bijvoorbeeld Dieter Vandebroeck in zijn abstract Distinctions in the Flesh. Obesity, weight and the class body: “By durably inscribing themselves in the bodies of social agents, class tastes become (mis)perceived as indicators of innate moral fiber, distinguishing those who have a “natural”capacity for restraint and self-control from those who apparently lack the will power and self-discipline to harness their primary needs.” http://www.soc.aau.dk/forskning/scud/network-seminars/papers-manchester/
(16) Ileen Montijn: Leven op stand, 2008, p. 183.
(17) http://www.afvallen-weblog.nl/discriminatie-op-basis-van-gewicht-komt-vaker-voor-dan-racisme/
Waar ik van walg is het feit dat men dikzijn associeert met onmatigheid en ingedisciplineerdheid.
BeantwoordenVerwijderenik ben dik, maar wel gedisciplineerd (anders was ik nooit gekomen in mijn vak waar ik ben gekomen, en was ik ook niet gedurende mijn leven ca. 100 kg afgevallen -en helaas weer aangekomen-) en ben ook gematigd in mijn eten... Ik kom uit een middenklasse en eet gezond.
Toch ben ik dik..
Dit mis ik ook weer in jouw betoog Mieke..
Dank je voor je reactie! Ik ben het met je eens dat ik in mijn stuk vooral de verschillen heb aangegeven, binnen het bestek van een prikkelend bedoeld artikel kun je niet ingaan op alle aspecten en nuances. Toch is de essentie van mijn betoog dat overgewicht een combinatie is van genetische aanleg en eetpatroon. Veel mensen in hoge posities zijn slank, dat is grotendeels te danken aan hun genen, voor een deel aan hun eetpatroon en voor een deel het gevolg van discriminatie, juist omdat overgewicht, zéker onder hoger opgeleiden, geassocieerd wordt met onmatigheid. Ook al is dat grotendeels onterecht. Zo maken zwaardere mensen minder kans op een goede baan. En op die manier hebben zwaardere mensen, zeker in kringen van hoger opgeleiden, juist meer te lijden onder hun overgewicht en vechten zij daar hun hele leven tegen, met wisselend succes, want de factor aanleg werkt hen zeer tegen. Geloof me, daar kan ik van meepraten...
Verwijderen